Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], En van Benjamin zeide hij: De [36]beminde des HEEREN, hij zal zeker [37]bij Hem wonen. Hij zal hem den gansen dag [38]overdekken, en [39]tussen Zijn schouders zal hij wonen! 36. Dit ziet op de tedere liefde van Jakob tot Benjamin, tot welke Jakob zonder twijfel van God gedreven was. Zie daarvan Gen.42:36,38, en Gen.43:6,14, en Gen.44:20,22,29, enz. 37. Bij den HEERE, gelijk Benjamin eertijds bij zijn vader Jakob. 38. Of, beschutten. 39. Tussen Benjamins schouders zal de HEERE wonen; dat is, in Jeruzalem, de hoofdstad zijner bezitting. Alzo wordt Jeruzalem vergeleken bij het hoofd, staande tussen de schouders, en Benjamins land bij het lichaam.